Petrushof

Juist in deze Coronatijd is er behoefte aan licht, een gedicht, een gedachte, een wens.

De Landelijke Organisatie Begraafplaatsen, waar wij als beheer van de Petrushof zijn aangesloten roept het beheer van begraafplaatsen op om ook aandacht te besteden aan deze moeilijke tijd, door aan het hek van de begraafplaats een lichtje te plaatsen voor iedereen die in deze donkere tijden geraakt is of wordt.
Daar hebben we gehoor aan gegeven.

Wij willen u allen meegeven dat:

Om ons heen getuigt de natuur van nieuw, troostend leven

              Van hoop en nieuw begin

 Namens het beheer PH
 Corrie Bakker

GEDACHTENISMONUMENT  TE VROEG GESTORVEN KINDERTJES

De onthulling van een monument ter nagedachtenis aan alle te vroeg geboren, levenloos geboren kinderen die een paar dagen, een paar weken hebben geleefd.  Begraven in de meeste gevallen  zonder een naam.

Waarom een monument?  Eigenlijk moeten we zeggen: waarom nu pas ?Petrushof_naamloos begraven kinderen

Wanneer er een kindje werd geboren en het leefde niet  of maar heel kort, was er niet altijd geld voor een graf. Het werd dan natuurlijk wel begraven, maar in een graf, waar de ouders geen enkel recht op hadden.  Het is voorgekomen dat op deze begraafplaats  7 kinderen  in één graf liggen, geen familie van elkaar.

Konden de ouders wel een graf betalen dan was er vaak geen geld meer voor een monumentje.

Toen het initiatief was genomen om hier op de Petrushof een gedachtenismonumentje te plaatsen zijn Lubbert v.d.Laan,  de beheerder van de Petrushof en Foppe Dupon  met respect en met groot  enthousiasme hiermee aan de slag gegaan. Toen het bekend werd  in het dorp dat dit gerealiseerd zou worden,  kwamen de verhalen en toen bleek hoeveel onverwerkt verdriet bij de ouders, maar ook bij broers en zussen leefde. Het niet weten,  niet naar een grafje kunnen gaan om te gedenken,  is vreselijk.

Er werd vroeger niet over gepraat, ik heb dat zelf ervaren:  mijn ouders verloren twee jongetjes en er werd nooit over gepraat, we vroegen wel, maar dan zei mem: dat is al sa lang lyn, en dan ging ze vlug weer over tot de orde van de dag. Als kind voelde je dat je dan niet verder moest vragen.

Er zijn moeders die na de geboorte het kindje niet hebben gezien, geen idee hebben hoe hun jonkje of famke eruit zag.  En naast het grote verdriet ook nog het onbegrip over  de behandeling en koelheid van de de arts thuis of in het ziekenhuis.

De vader en de bode begroef het kindje zo snel mogelijk, liefst in het schemerdonker, vaak in een hoekje van de begraafplaats, achter de hage.

Er was geen afscheidsritueel. Het leven ging door en men durfde niet met het verdriet en de vragen naar buiten te komen.

En nu vandaag willen we hierbij stil staan, een waardig ritueel, de onthulling van een monument met de tekst: Eer aan het kind dat onbekend is gebleven. Onbekend voor de wereld, onbekend voor het leven, maar altijd gekend door God, niet één uitgezonderd, hoe prematuur en klein ook.

Het monument is gemaakt van glas, transparant,  met een maan en een ster.

Lubbert v.d.Laan en ik hebben ouders mogen begeleiden bij de begrafenis van hun dochtertje, na  24 weken zwangerschap levenloos geboren. Zij is hier begraven in het graf van haar pake en beppe.  De vader had zelf een kistje gemaakt,met daarop de naam: Luna

Luna betekent maan. De vader van Luna zei: we hebben haar deze naam gegeven omdat ze de zon nooit zal zien.

Het ondergaan en opkomen van de maan  wordt wel beschouwd als zinnebeeld van sterven en verrijzen, een  hemellichaam  dat  we in het donker altijd zien, de hoop van licht in de duisternis.

Het monumentje staat op een plaats, waar niemand zomaar achteloos aan voorbij zal lopen. Werden de kinderen vroeger achteraf, in een hoekje begraven, door dit monument worden ze naar voren gehaald, ze krijgen, na jaren de eer.

Er wordt straks ook een bloemstukje bij het monument gelegd: witte rozen, de kleur van puurheid, van onschuld, met 1 rode roos   die roos staat symbool voor het unieke kind, het jonkje, het famke  die we vandaag gedenken.

Tot besluit het gedicht:

Met lege handen
Na zoveel maanden bleek ons een donker lot beschoren
het laatste licht vergaan: ons kind vergeefs geboren
Na zoveel jaren van verdriet bleven we achter met zoveel vragen
de miskenning het verzwijgen steeds met ons meegedragen
want ooit werd met ons kind onze troost begraven.

Na een kort moment van stilte zal Lubbert v.d.Laan een kaars aansteken, voor Trientsje, voor Ietje, voor Luna en voor alle kindertjes die nooit zijn vergeten.

-o-o-o-o-o-o-o-

Geachte aanwezigen, dorpsgenoten, anderen die een binding hebben met Garyp en met deze begraafplaats,

Nog niet zo lang geleden, in februari 2008, werd de kleine Nathan levenloos geboren.
Zijn ouders waren intens verdrietig.
Want de zwangerschap was goed verlopen; en ze keken erg uit naar de dag van de geboorte;
maar binnen een paar uur veranderde hun geluk in diepe verslagenheid en scherpe pijn.

Maar – naast dat verdriet en dat leed –  was er ook nog iets anders.
De vader en de moeder van Nathan wilden hun zoontje namelijk ondanks zijn heel jonge overlijden toch een plekje geven in de huizen die hen dierbaar waren en waar ze hun jongetje in gedachten al hadden zien spelen.

En daarom maakten ze vlak na de bevalling een paar foto’s.
Dat ze Nathan in hun armen hielden, heel dicht tegen hun hart;
en zijn handje fotografeerden ze.

En na ruim een week lieten ze de foto’s afdrukken in een rechthoekig kaartje dat je tot kubus kon vouwen;
dat stuurden ze vervolgens aan hun ouders, hun broer en hun zus, hun beste vrienden:
een klein doosje, een kubusje waarmee Nathan een plekje kreeg.
Zo konden ze een klein beetje van hun grote liefde voor hem kwijt;
en zo was het ook voor hun dierbaren mogelijk om aan Nathan te blijven denken.
Letterlijk nam hij zijn plekje in bij de allernaasten van deze ouders.

Een mooi, bijzonder teken van genegenheid voor een levenloos geboren jongetje;
in deze moderne tijd worden veel vaker van zulke liefdevolle gedenktekentjes ontworpen voor heel jonge kinderen die overlijden; maar – hoe was dat 40 jaar geleden?
Of 80 jaar geleden?

Ria Ruyters vertelt in een interview:
“In 1969 werd onze dochter levenloos geboren in het ziekenhuis in Sittard.
Een voldragen baby, een klein meisje – maar het werd meteen na de geboorte meegenomen; ik heb haar niet meer gezien.
En niemand die er nog over sprak en ik vroeg ook niets.
Mijn man heeft haar nog zien liggen in het kistje, overigens mooi aangekleed door het ziekenhuis.
Samen met mijn vader, schoonmoeder en broer werd het naar de begraafplaats in Sittard gebracht, waar het in ontvangst werd genomen om te begraven; en dat was alles!
Ik was 22 jaar en liet dat gebeuren waarvan ik dacht dat het moest gebeuren…
Je kwam met lege handen thuis, waar de babykamer al opgeruimd was en men ging over tot de orde van de dag… “

En Ria Ruyters vertelt er ook nog over, dat ze tot 2009 zelfs niet eens wist waar haar dochtertje begraven lag:
het kwam ook niet in je op om dat te gaan vragen. Er werd niet over gesproken; je moest het maar vergeten, je moest weer verder”.

Een voor velen herkenbaar verhaal van Ria Ruyters uit Sittard; ook voor veel mensen hier vanmorgen in de kerk;
en daarnaast het verhaal van de vader en de moeder van Nathan en het kubusje dat in verschillende huizen staat;
voelen we niet allemaal aan, hoeveel er is veranderd tussen 1969 en 2008?

Hoe anders we omgaan met het verdriet als je een kindje jong moet verliezen?
Tot in de jaren 60 leerden gynaecologen tijdens hun opleiding dat ze de jonge ouders zo min mogelijk in contact moesten laten komen met hun overleden kindje.

Want, zo was de gedachte: als de ouders zich niet aan hun kind hechten, dan kan het verlies makkelijker worden verwerkt.
Zorgverleners, familie en vrienden dachten bovendien dat zwijgen over het overleden kind beter was voor de verwerking van het verlies.

Je kon bijna maar beter doen alsof er niets was gebeurd.
En door de ouders werd er ook niet met de andere kinderen over gesproken; verschillende kinderen weten niet eens of het overleden babytje een jongetje of een meisje was, want heit en mem hebben dat nooit verteld.

En it jonkje of it famke kreeg ook vaak geen naam; en ook de tradities van begraven en van de kerk sloten daarbij aan.

Ook hier in Garyp zijn deze heel jonge kinderen vaak begraven als de avond bijna viel, als het al wat schemerig begon te worden.
Alsof anderen het niet mochten weten, alsof het verborgen moest blijven, niet bekend mocht worden.

Maar – is dat achteraf allemaal niet heel erg vreemd?
Dat zulk groot verdriet in die jaren zo werd weggestopt;
dat de leegte en de pijn zo werden ontkend?
Moeder, dat ben je toch eigenlijk al meteen al als je in verwachting bent?
En vader, dat ben je toch al vanaf het moment dat je vrouw zwanger is?
Al voor de feitelijke geboorte heb je toch al een heel bijzondere relatie met je kindje?
Hoe kon men daar zo aan voorbijgaan?

Nee, we begrijpen het niet goed;
psychologen spreken tegenwoordig wel over  “schaduwverdriet’’.
Schaduwverdriet, schaduwrouw – dat is verdriet waar je niet over praat, dat niet openlijk beleefd mag worden, maar dat er wel degelijk is.

Zeker, er is ook verdriet waar altijd wèl over werd gesproken;
bij ziekte bijvoorbeeld of bij het verlies van een vader of moeder of een partner op jonge leeftijd.
Maar schaduwverdriet, verborgen verdriet – daarover moest je zwijgen.
En – veel mensen hebben dat ook jarenlang geprobeerd;
naar de buitenwereld toe lieten ze het niet of nauwelijks blijken, wat ze hadden meegemaakt.

Maar – vraag maar eens door, aan een van de andere kinderen, hoe het was met mem, als de geboortedag weer dichtbij kwam, of rondom speciale dagen zoals Kerst.
Ook al probeerde men het vaak weg te stoppen, op zulke momenten werd duidelijk hoe sterk het verdriet en de emoties toch altijd bleven.

Iemand schreef: “er werd van je verwacht dat je een deksel op je emoties legde; maar zo nu en dan ging dat zware deksel er toch weer af.”

Maar – de afgelopen jaren is er veel veranderd in onze samenleving; op veel plaatsen hebben ouders en andere gezinsleden die het verlies van een jong kindje hebben meegemaakt het initiatief genomen om iets te doen voor deze kinderen en voor henzelf.
Er zijn plechtigheden gehouden, er zijn monumenten ontworpen; en vandaag, op 14 september 2013, maken wij dat hier samen mee in ons dorp Garyp.

Zo dadelijk gaan we naar de begraafplaats en zal een monument worden onthuld door Foppe Dupon, zelf ook heit van een jong overleden famke.

En ik spreek daarbij de wens uit, dat dit monument tot in lengte van dagen een herinneringsteken zal zijn voor die heel jonge kinderen, die van de natuur geen kans hebben gekregen, die haast geen tijd hebben gekregen hier op aarde, die al heel jong gemist moesten worden.

Maar die toch altijd hun plekje zijn blijven innemen, die hun invloed op je leven hebben en houden, die een deel zijn gaan uitmaken van onze levens.

Een teken van herinnering, een teken van genegenheid voor deze kinderen; wij doen hen recht, we laten met dit monument zien dat we hen niet vergeten.
En – het is daarnaast ook een plek waar ouders hun stille verdriet te allen tijde kunnen uiten, waar het schaduwverdriet niet meer in de schaduw hoeft te blijven; en ook een plek waar we als dorpsgenoten en anderen nooit achteloos aan voorbij willen gaan, omdat hier enkele honderden naamloze kinderen liggen begraven.

Het woord monument komt van het latijnse “monere’’, en dat betekent “herinneren, stilstaan bij’’ – dit monument, deze plek, voor al die kinderen – het is een heel belangrijk teken in ons dorp Garyp om bij stil te blijven staan.

Want, zoals een moeder dichtte:
Zij zijn niet tevergeefs geboren;
en wij willen hen niet langer verzwijgen;
maar we willen van ze weten,
ze horen bij ons.
Ook al werd de knop gebroken voor hij kon opengaan;
ze mogen uit de schaduw komen
en als een vlinder vliegen in het licht.
En ooit zullen wij hen volgen
gevleugelde zielen op weg naar het licht.

En ik besluit met een verwijzing naar een heel oude tekst, meer dan 25 eeuwen oud, uit het Oude Testament, uit het boek Jesaja; daar zegt de God van alle eeuwen:

‘Ik, de Heer, vergeet jullie nooit’.

dankuwel

==========================================

SARCOFAGEN.
Begin ’87 lagen er op het kerkhof nog een aantal uit zandsteen bestaande graf overblijfselen: een aantal (stukken van) dikke rode grafstenen en een  stenen kinderkistje.
Dit zijn misschien wel de laatste resten van een groter aantal grafkisten, dat hier vroeger voor het begraven van de doden gebruikt is.

WAT VALT ER OVER DEZE ZANDSTENEN KISTEN TE VERTELLEN?
Op de eerste plaats geven deze kisten aan, dat het kerkhof van Garyp zonder meer erg oud is: er kan namelijk met zekerheid gezegd worden dat het gebruik van deze stenen kisten stamt uit de tijd tussen de jaren 1000 en 1200.

Op de tweede plaats zegt het iets over de welstand van de Gariper bevolking in deze periode: om zo’n stenen doodskist te kunnen betalen moest men namelijk meer dan welvarend zijn.

Deze gemiddeld twaalf honderd kilo zware kisten hadden een deksel van tussen de drie en vijfhonderd kilo!  Ze zijn vervaardigd in steen­groeven in Duitsland. De nagenoeg alleen in (het notabene steenloze) gebied van het oude Friesland voorkomende kisten kwamen voor het grootste deel uit het gebied ten zuiden van Kassel. Hier zijn ze in plaatselijke steengroeven uitgehakt. Ze werden van daar met schepen over de Weser naar Bremen getrans­porteerd. Via de Noordzee en de Middelzee kwamen ze vervolgens vermoedelijk via het Oud Diep (Barrahus, Warga, Wartena, Wijde Ee ) naar Garyp.

Iets minder vaak voorkomend zijn de sarcofagen van Bentheimer zandsteen. Deze werden in het gebied ten oosten van Twente vervaardigd. De kleur is vaak wat geliger of geel/grijzer. Deze kisten werden via de Vecht en de Zuiderzee naar Friesland vervoerd. Onderzoeker H. Martin constateerde, dat vooral onder kindersarcofagen veel Bentheimer zandsteen voorkomt.

HOEVEEL SARCOFAGEN ZIJN ER IN GARYP GEWEEST?

Dat is moeilijk te zeggen. Gezien de lange tijd, die sinds het gebruik verstreken is, is dit een kwestie van gokken. Ze werden namelijk opgeruimd. Menig boer heeft er jarenlang een mooie bloembak of handige vee drinkbak aan gehad. Heel wat deksels deden het goed als stoep of fundering.

In Garyp zijn ten minste vier grote en twee kindersarcofagen bekend. (Martin?)
Uit Siegerwoude 5 kisten: (yn it formidden 1975).

Met dank aan: C.J. Blom